Sluimer
De eerste
klanken strelen mijn ontwaken: de wind, het
ruist
verdorde bladeren, regen weerklinkt de dode dingen.
Katten
verstoren snorrend vergankelijke minuten, een
koolmees
tikt het komende onheil op afstand.
Wat als
tijd niet zou bestaan, wolken niet zweefden?
Haar
verre antwoord wacht geduldig, terwijl licht zich
door
kieren verstrooit, de dag vertraagt en betwijfelt.
Zal ik
opstaan, de tred zoals altijd? Je ademhaling zingt,
verwacht aanraking,
ik omvat je zachte dons. Soezend
strijk ik
mijn vleugels glad. Verzink nog even tussen de
regels,
vereenzelvig mij met schaduwen op het vale wit.
De ogen
loom, onze voeten verstrengeld, wij innig, stil.
Conny
Lahnstein
29
oktober 2017
Geen opmerkingen:
Een reactie posten