Zappen
Het zijn je handen
die zacht mijn haren strelen, je lieve
klanken die mij
troosten. Niet de trieste ogen van een
eenzame man die geen hulp
kan velen, de angst verlaten te
worden, mensen zoekend
naar leven tussen de puinhopen.
Het zijn je armen die
me koesteren en de bloemen
die je voor me plukt.
Niet de wezenloze vrouw met
de pop op haar
schoot, het kale kind gekooid in een
ziekenhuisbed, de
beer als compromis voor het gemis.
Niet de geblakerde wolken
boven oorlogen, het vuil,
de verweerde koppen,
een failliet gezin verbannen naar
de straat, de
onmacht, de liefste te verliezen, tot onze
ziende ogen het licht
niet meer kunnen verdragen
terwijl we schichtig turen
naar ons evenbeeld.
Conny Lahnstein
27 februari 2017
Geen opmerkingen:
Een reactie posten