woensdag 9 november 2016

Kom hier

Kom hier

Ik roep je,
waar ben je?
Hier ben ik, zeg je, hier.
Dat je wel daar, maar niet
voelt, ik jou zie en weet,
nog meer lees, maar niet
jouw armen, jij niet kunt,
maar mij wachtend laat
smachten met armen wijd.

Houden van jou raakt aan
pijn, aan eenzaamheid. Ik
kan niet anders, niet zonder
dichtbij.

Ik ben hier

Conny Lahnstein

4 november 2016

zaterdag 5 november 2016

Voortvluchtig

Voortvluchtig

Is dit wat je zoekt, vroeg ik, terwijl ze
naar het werk keek waar ik die nacht
nog naarstig de laatste hand aan
had gelegd en nu hing in een galerij
van schijnbaar gelaten afwachten.

Het was het helemaal, gebaarde ze
onrustig, de draden die het wezen
verbonden, de sprong was precies
die ene sprong die zij ooit zelf had
willen maken, maar nooit gedurfd,
misschien ooit.

Het is mooi, herken me, het zou haar
leven verrijken, het stukje geluk brengen
dat net ontbrak. Ze bleef lang staren,
haar tranen stroomden zag ik, liep ervan
weg en keerde terug, kon het niet laten.

Los van de kleur is het geweldig,
verzuchtte ze uiteindelijk, maar het
past niet bij de rest, het zou misstaan,
de vibe verstoren. Dat oranje net
teveel, en het groen is anders groen.

Recht ging ze, maar de handen diep
in de zakken. Op de drempel bleef ze
staan, draaide nog een keer vluchtig
het hoofd in de richting van mijn
'Perfect Imperfection' en vertrok.

Ik rilde

Conny Lahnstein

5 november 2016

vrijdag 4 november 2016

'Voluit', voor Annemie Vandormael

Voluit
Voor Annemie Vandormael

Wij kiezen niet voor de makkelijke
weg, wij hebben een onstuimig leven,
wij leven passie en schoonheid. Wij
zijn doorzetters, bewustmakers,
wakkerschudders, liefdestrooiers...

geen levensvergooiers in vluchtige
oppervlakkigheid.  Wij strelen wat ons
lief is, huilen onze tranen mee, gaan
ons te buiten aan hartstocht, ons is
geen brug te ver, in mijlpalen slaan

laten wij ons gaan, in stilte soms of
daverend rumoer, de leegte brengt ons
naarverder, de ruimte nemend om daar
te zijn waar we onze vleugels uit
kunnen slaan, met armen wijd het

leven ademen
wij

Conny Lahnstein

4 november 2016

Altijd

Altijd

Regen sijpelt in stromen langs
de nachtelijke ramen, donker
weerspiegelen zij mijn zelfbeeld
van voorbije jaren, als een echo,
van het nimmer erkende kind.

En ik weet de vallende bladeren
in het zilveren maanlicht, stil en
koud als de pad schuilend onder
molm en rot. De vogels vertrokken
naar ver. Ik lees je er veelvuldig in.

Ik ril en zoek je handen, tast de
zoete herinnering, maar vindt ze
onberoerd, gelaten. Als de tuin
wachtend van hier tot wanneer.
Beloof me een nieuwe Lente

liefste, voor nu en later

Conny Lahnstein

4 november 2016

donderdag 3 november 2016

Beginner's Mind


Beginner’s Mind

De ramen, gebroken glas in lood
ooit helder verlicht, nu afwezig en 
loodzwaar op de maag, opgegaan
in ontgroeide gemoedsrust, de
vreemde eend neemt afscheid.

Broederschap dood gebloed en tot
leer gedegradeerd. De arm die zou
bewaren rust zwaar op mijn schouders,
de vleug’len geen schuilplaats meer
noch toevluchtsoord, alleen
het talmend woord.

Het hoeft niet meer, mijn ziel
los van God in den Hoge. Mijn
handen reiken tevergeefs, want
de oren blijven doof vanachter
het geloof, omdat gedachten
verre krachten blijken.

Ik hoor mijn echo galmen.

Conny Lahnstein
3 november 2016