Charlatan
Misschien, zei ze, had je als de
merel een vrouw moeten bezingen,
een nest moeten bouwen en geduldig afwachten
tot je jongen waren uitgevlogen.
Met zijn donkere ogen aanschouwde
hij haar sluiks vanonder zijn zwarte
hoed. Zijn weerbarstige lokken
omkransten zijn edel gelaat.
Gedecideerd stond hij op,
zwaaide de jas om zijn schouders,
en tuitte zijn lippen. Ving aan
met fluiten, melodieus en zuiver.
Wapperde sierlijk zijn armen,
strekte zijn pezige lijf uit en
vloog klapwiekend weg.
Vertwijfeld zag zij
hem gaan en
groette
Conny Lahnstein
27 maart 2019
Inzending voor de Haarlemse Dichtlijn, 100 dichters in de stad 2019
Geen opmerkingen:
Een reactie posten