Duin van Eden
Plukkerige wolkenpluimen
omkransen
het duin. Ruig helm en afkalvend zand
onthullen haar kwetsbaarheid. Je
duidt
me op vechtende Graspiepers,
een
wilde bij zoemt het uitzicht
zoet.
Terwijl mijn oren suizen van wind
en
woeste golfslag, leer je me
scherper
luisteren, gebaart de Grasmus,
Tapuit
en Oeverzwaluw dichterbij. Je
handen
wenken gelijk de veren op je
hoed.
Het komt van het noorden, dun en
fris.
Ik leg mij neer in zilveren luwte. De
Akkerhoornbloem en het
Kandelaartje,
je plukt ze voor me alsof een bruidsboeket.
Je vraagt of ik het hoor, je
vinger langs
je oor. Een Kneu
of Fitis, misschien? De
wolken
schitteren een hemelsblauwe
lucht. Hier is ons paradijsje, zeg je,
als je het wilt
zien’.
Conny Lahnstein
Woudweg Bergen aan Zee
3 mei 2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten