SOELAAS
De
ochtend wenste zich een rozenboog,
zo hoog
als Ra kon reiken, om de
ooit zo
tierende roos – ‘wit’ zei Anna –
weer ruim
baan te verstrekken.
Vaart
bracht mij ter plekke, aleer ik de
slapende man op een roze briefje verzocht
slapende man op een roze briefje verzocht
alarm
te slaan, mits ik voor altijd zou
verdwijnen.
Ik was gewaarschuwd.
Het was
niet die ik verwachtte, maar
een
meisje op blote voeten. Zij schroomde
de deur
open, niet op kier, maar net genoeg
om mij in
haar mediterrane geuren te verhullen.
In haar zweem
liet de weg terug zich
dromen. Behaagde onderwijl het vooruitzicht
van witte
pracht, weldra sierlijk verweven.
Die
gedachte bracht mij thuis.
De kat
krulde mij tegemoet, liet zich
gulzig kroelen.
Het alarm werd geslagen,
dat wel,
maar niet om mij, want de man lag
nog te slapen. Het was de merel op haar hoede
nog te slapen. Het was de merel op haar hoede
en de
boog voortaan haar baken.
Conny
Lahnstein
8 juli
2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten