Trui
Knotten wol op poten als breipennen,
stoïcijns malend in het weitje achter.
De wollen jassen bestipt in rood en blauw,
als vlooien uit hun spel, verraden de daad.
Mijn handen glijden over je naakte
lijf, voelen de onafgehechte zachte
draden veelkleurig grijs, in gekrulde
en zilveren banen.
Steek voor steek wil ik jou doorhalen,
af laten gaan en ontelbaar herhalen,
tot ik in je kan wonen en wij oud en
gerafeld zijn.
Conny Lahnstein
9-2-23 (herschreven gedicht van 18-11-2016)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten