Catacombe
Welk kleinood heb ik ooit 
begraven, misschien wel 
levend en verdoofd gelaten 
voor wat het was, schijnbaar
onbeduidend, tot later.
Riep me of smeekte, me
onderhuids fluisterde,
tevergeefs maande tot 
aandachtig luisteren, 
overstemd door huilende wind.
Wetend de dood, verjoeg 
zij mijn kind tot schaduw, 
verleidde mij tot luchtdicht
en ondoorgrondelijk labyrinth, 
kil en verlaten. 
maar het zaad, latent 
wachtend haar tijd, ooit 
tijdloos geworteld, ontvouwt 
mij, herschikt mijn blind wezen 
naar onafwendbaar licht.
Conny Lahnstein 
7 juni 2015
Geen opmerkingen:
Een reactie posten